maandag 19 mei 2014

Flexibel bestemmingsplan: een ‘new state of mind’


Sinds jaar en dag bepaalt de overheid in bestemmingsplannen wat goed is voor de burger. De bestemmingsplannen worden weliswaar ter visie gelegd, maar de invloed van burgers blijft heel beperkt. Als de burger iets wil (mag ik mijn woning splitsen, mag ik een bedrijfje starten in mijn woning), moet hij er netjes om vragen en dan afwachten of hij er toestemming voor krijgt. 

Vreemd eigenlijk, want op veel andere gebieden neemt de samenleving tegenwoordig het heft in eigen hand. Via burgerinitiatieven ontstaan schitterende postzegelparken, via social media verspreiden en volgen we nieuws wat echt relevant is en via crowdfunding maken we nieuwe ondernemingen mogelijk onafhankelijk van de banken. Hieruit blijkt dat de burger heel goed zelf weet wat hij wil en wat hij nodig heeft. De overheid heeft baat bij deze volwassen en mondige burgers. Door goed te luisteren naar hun wensen, kan de overheid samen met de burgers werken aan een beter bij de samenleving passende omgeving.  

In een bestemmingsplan wordt flexibiliteit vaak gezocht in het toevoegen van een extra afwijkingsbevoegdheid aan bestaande regelingen. Zo’n regeling geeft meer mogelijkheden, maar niet zelden loopt de initiatiefrijke burger en de meewerkende overheid vervolgens toch weer op tegen de harde grenzen daarvan.

Wat ons betreft zit de flexibiliteit van een bestemmingsplan niet zo zeer in de regeling zelf. De flexibiliteit moet, voorafgaand aan het bestemmingsplan, in het planproces worden gestopt. Luister als overheid naar de wensen van de burgers en laat ze actief meedenken over wat wel en wat niet gereguleerd moet worden. Flexibiliteit is zodoende een ‘new state of mind’ voor de overheid én voor de burgers.

Onze invulling over het begrip flexibiliteit heeft ertoe geleid dat wij, na een uitdagend selectieproces, door de gemeente Overbetuwe zijn gekozen om met hen te werken aan hun experiment dat is opgenomen in de 6de tranche van de Crisis- en herstelwet.
Het experiment houdt in dat we de ‘new state of mind’ gaan toepassen binnen het proces waarmee we komen tot een nieuw flexibel bestemmingsplan voor de kernen Hemmen en Zetten.

Geschreven voor Susanne Pieterse (jurist, projectleider) en Taco Gerritsma (planoloog, projectleider) bij Amer

maandag 12 mei 2014

Woningmarkt trekt aan


Dat de woningmarkt weer in beweging komt, is in onze projecten goed merkbaar. Vooral de middenwoningen gaan vlot van de hand. Er zit nu ook meer schot in de verkoop van duurdere woningen zoals hoekwoningen en zelfs de tweekappers. De aantrekkende belangstelling voor vrije kavels waar de koper in eigen beheer mag bouwen biedt ook weer perspectieven.

We merken die positieve trends aan de belangstelling voor de laatste fases in Putten. De afronding van de door ons ontworpen wijk Bijsteren is in zicht. De komende jaren staan er nog enkele bouwfases op het programma. De laatste circa 90 woningen zijn aan snee.
Dat al een groot deel van de wijk, zo’n 750 woningen, gebouwd is, werkt verkoopbevorderend, men heeft er vertrouwen in dat de woonkwaliteit uitstekend is. Zichtbaar is dat welhaast elke woning te midden van een groene omgeving is gelegen. Neem hieronder een kijkje in de wijk:

Niet alleen in Putten maar ook in Woudenberg is er belangstelling voor rijwoningen in het groen, bleek op een onlangs gehouden informatieavond, waar vele kandidaten voor deze koopwoningen zich al meldden. Ondanks een stringent woningbouwprogramma hebben we toch kans gezien om door het hele plan een groene dooradering te creëren.

Een andere buurt die onlangs is opgeleverd is Renes in Scherpenzeel. Dezelfde zorgvuldigheid is hier betracht in de situering ten opzichte van het nieuwe grote kerkgebouw en de aanwezige landschappelijke kwaliteiten. Ook deze circa 50 eengezinswoningen woningen waren in korte tijd allemaal verkocht of verhuurd.

De woningmarkt trekt weer enigszins aan. Maar het is de koper die de keuze kan maken waar hij koopt. De prijs-kwaliteitverhouding van zowel de woning maar ook die van de woonomgeving zijn doorslaggevend. Dat is bovendien duurzaam. Het gaat bij duurzaam niet alleen over energiebesparing maar ook over een aangename woonomgeving waardoor de verhuisgeneigdheid minimaal is.

Bovengenoemde ervaringen laten zien dat een op de locatie en de lokale markt toegesneden wijze van verkavelen leidt tot een veel gevraagde en geliefde woonbuurt.

Geschreven door Rob Leek (stedenbouwkundige, directeur) bij Amer